dinsdag 14 januari 2014

Opoeteren

Opoeteren. Dat zegt u hoogstwaarschijnlijk niets. Het is de plaats waar ik een jaartje in de leer ben geweest. De pastoor, wiens naam ik niet zal noemen vanwege privacy redenen was een enorme grapjas. Je wist nooit bij hem of hij serieus was of juist niet. Opoeteren ligt overigens bij Neeroeteren dat u het even weet. Het geheel valt onder het bisdom Hasselt zodat u een idee heeft in welke hoek u het moet zoeken. Ondanks het feit dat iedereen katholiek was zoals het hoort bleek Opoeteren een uitermate rustige parochie. Vaak waren we daarom ook te vinden in de dorpskroeg recht tegenover de kerk.
Op een middag zaten wij achter een pint urgente zaken door te nemen toen hij mij plotseling aanstootte. 
- Kijk, zei hij. Daar heb je dat mispunt van de post.
- Mispunt?
- Ja, die vent heeft losse handjes, zei hij. Hij slaat zijn vrouw. Zondags zit hij vooraan in de kerk de vroomheid zelve uit te hangen maar thuis mishandeld hij zijn vrouw. 
Ik keek naar dat iele ventje dat aan de toog was gaan zitten met de rug naar ons toe en probeerde me voor te stellen hoe hij dat zou klaar spelen. Zijn vrouw was een kop groter als hem en minstens twee keer zo breed. 
- Kom, zei mijn leermeester. - Werk aan de winkel. 
We verlieten de kroeg en sprongen op de fiets. Hij trapte als een waanzinnige en het kostte mij moeite hem bij te houden. Eindelijk waren we op de plaats van bestemming en zag ik waar wij zo hard naar toe waren gereden. De plaats van de misdaad. Het slachtoffer was bezig was op te hangen aan een zelf gemaakte droogmolen voor het huis. Twee kleine kinderen speelden aan haar voeten. Ik moest mij een uurtje met de kinderen bezig houden en hij verdween met haar in het huis. Na een poosje kwam hij met een voldane grijns naar buiten en we vingen de terugweg aan. 
- Snelle leerling, zei hij alleen maar. 
De zondag die daarop volgde zag ik wat hij bedoelde. De postbeambte kwam met een afgeplakt oog, opgezwollen lippen, een arm in een mitella, strompelend de kerk binnen. Hij zag eruit alsof hij door een bulldozer was overreden. In de preek die volgde strooide de pastoor nog wat zout in de wonde door te zeggen ``De mishandelden zullen op een dag terugslaan`` daarbij de postbeambte strak aankijkend. 
Tijdens de pint in de kroeg die steevast volgde op de mis vertrouwde hij me toe:
- Dat huwelijk stelt natuurlijk niets voor dus dat zal nu wel zo`n beetje over zijn. En ik heb over een poosje een nieuwe huishoudster nodig. En er gaat niets boven een struise madam die de rommel achter je kont opruimt. Twee vliegen in een klap. Hij stak zijn hand ophoog en bestelde nog twee pinten. http://www.delcampe.nl/page/list/cat,7540,id_member,00790228,language,D.html